Header nwslttr ASCO 2023 1

PEACE-1: combinatie van bestraling en systemische therapie bij mHSPC en laagvolumeziekte

De standaardbehandeling van mannen met gemetastaseerde hormoongevoelige prostaatkanker (‘metastatic hormone sensitive prostate cancer’, mHSPC) is in het afgelopen decennium meerdere malen veranderd. Uit de PEACE-1-studie is eerder gebleken dat androgeendeprivatietherapie (ADT) en docetaxel gecombineerd met abirateron en prednison de algehele en radiografische progressievrije overleving verbetert van mannen met de novo mHSPC. Tijdens ASCO 2023 werden de resultaten gepresenteerd van een subgroepanalyse van de PEACE-1-studie, waarin gekeken werd naar de invloed van radiotherapie op algehele overleving bij patiënten met weinig metastasen (‘laagvolumeziekte’).

Methode

De onderzoekers verrichtten een internationale, multicentrische, gerandomiseerde fase III-studie met een 2x2-opzet. Patiënten met de novo mHSPC werden gerandomiseerd tussen standaardzorg (‘standard of care’, SOC), SOC met abirateron (1.000 mg/dag en 5 mg prednison tweemaal daags tot aan ziekteprogressie of intolerantie), SOC met radiotherapie (75 Gy in 37 fracties) of SOC met abirateron én radiotherapie. SOC bestond uit ADT, al dan niet met docetaxel (75 mg/m2 elke 3 weken, 6 cycli). De primaire uitkomstmaten waren algehele overleving (‘overall survival’, OS) en radiografische progressievrije overleving (‘radiographic progression-free survival’, rPFS). Secundaire uitkomstmaten waren onder andere de frequentie van ernstige urogenitale bijwerkingen en toxiciteit.

Resultaten

In totaal werden 1.172 mannen in de PEACE-1-studie gerandomiseerd. In de huidige analyse werden 505 mannen met mHSPC en laagvolumeziekte (0-3 botmetastasen met of zonder lymfekliermetastasen). Hiervan werden er 127 behandeld met SCO, 126 met SOC en abirateron, 126 met SOC en radiotherapie en 126 met SOC, abirateron en radiotherapie.

Bij aanvang van de studie waren de patiëntkarakteristieken vergelijkbaar in alle studiegroepen. Omdat een kwalitatieve interactie werd gezien tussen radiotherapie en abirateron voor rPFS (p=0,026), besloten de onderzoekers om de experimentele studiegroepen individueel te beoordelen. In de SOC-groep werd een mediane rPFS van 3 jaar gezien (99,9%-BI: 2,3-4,8), vergeleken met een rPFS van 2,6 jaar (99,9%-BI: 1,7-4,6) in de SOC-radiotherapie-groep (HR [99,9%-BI]: 1,12 [0,68-1,85]). Ten opzichte van de SOC-groep werd een betere rPFS gezien in de SOC-abirateron-radiotherapie-groep (mediane rPFS SOC-abirateron-radiotherapie [99,9%-BI]: 7,5 jaar [4,0 – niet bereikt], HR [99,9%-BI]: 0,50 [0,28-0,88]). Er werd een trend geobserveerd naar een verbeterde rPFS bij SOC-abirateron ten opzichte van SOC (mediane rPFS SOC-abirateron [99,9%-BI]: 4,4 jaar [2,5-7,3], HR [99,9%-BI]: 0,74 [0,45-1,28]). De vergelijking van de SOC-abirateron-groep en de SOC-abirateron-radiotherapie-groep resulteerde in een HR van 0,65 (99,9%-BI: 0,36-1,19).

Er werd geen significante interactie gevonden tussen radiotherapie en abirateron voor de OS. De twee groepen konden daarom in de analyse gepoold worden. Toevoeging van radiotherapie aan de behandeling leidde niet tot een verbeterde OS (mediane OS [95,1%-BI]: 6,9 jaar [5,9-7,5] bij niet-radiotherapie vs. 7,5 jaar [6,0 – niet bereikt] bij radiotherapie; HR [95,1%-BI]: 0,98 [0,74-1,28]). In de SOC-groep was de mediane OS 7,1 jaar (95,1%-BI: 5,6-niet bereikt), in de SOC-radiotherapie-groep 5,8 jaar (95,1%-BI: 5.1 – niet bereikt), in de SOC-abirateron-groep 6,9 jaar (95%-BI: 5,0-niet bereikt) en de mediane OS werd niet bereikt in de SOC-abirateron-radiotherapie-groep.

Toevoeging van radiotherapie aan SOC leidde tot minder urogenitale bijwerkingen (52 bij SOC vs. 24 bij SOC-radiotherapie). Daarnaast leidde toevoeging van radiotherapie in de totale studiepopulatie tot minder gastro-intestinale bijwerkingen (5% bij SOC vs. 3% bij SOC-radiotherapie), maar tot meer rectale bloedingen (resp. 0 vs. 1%).

Conclusie

De combinatie van radiotherapie en intensieve systemische behandeling met abirateron (met of zonder docetaxel) verbetert de rPFS bij mannen met de novo mHSPC en laagvolumeziekte. Radiotherapie had in deze studie echter geen invloed op de algehele overleving; de toxiciteit nam met de toevoeging van radiotherapie minimaal toe. In de PEACE-1-studie is voor het eerst aangetoond dat radiotherapie een rol kan spelen bij de preventie van urogenitale bijwerkingen, ongeacht de ziektelast. De onderzoekers stellen dat een tripletbehandeling van ADT, abirateron en radiotherapie kan worden overwogen als standaardbehandeling bij mannen met mHSPC en laagvolumeziekte.

Referentie

Bossi A, et al. Prostate irradiation in men with de novo, low-volume, metastatic, castration-sensitive prostate cancer (mCSPC): Results of PEACE-1, a phase 3 randomized trial with a 2x2 design. Gepresenteerd tijdens ASCO 2023; abstract LBA5000.

Spreker Alberto Bossi

Alberto Bossi

Alberto Bossi, MD, Department of Radiation Oncology, Institute Gustave Roussy, Villejuif, Frankrijk


Zie: Keyslides

Back to Top