preheader NTVO

headerASCO2015

Preventieve nekchirurgie verlengt de overleving bij mondkanker in een vroeg stadium

De optimale timing van de chirurgische verwijdering van de lymfeknopen in de nek bij patiënten met vroegstadium orale kanker is lang het onderwerp van discussies geweest. Tijdens ASCO 2015 werden resultaten gepresenteerd van een fase III studie die deze discussie beslechten. De studie toonde namelijk aan dat een preventieve verwijdering van de lymfeknopen in de nek, aangeduid als een electieve nekdissectie (END), resulteert in een significant betere overleving en lagere recidiefpercentages bij patiënten met een vroeg stadium mondkanker dan een therapeutische nekdissectie (TND) die uitgevoerd wordt op het moment van nodale betrokkenheid.

Mondkanker treft jaarlijks ongeveer 300.000 mensen en komt vooral voor in regio’s waar veel gerookt wordt en bij patiënten met excessief alcoholgebruik. In een vroeg stadium kan mondkanker over het algemeen goed genezen worden door een chirurgische ingreep, maar in een niet onbelangrijk percentage van de patiënten kan recidivering optreden met verspreiding naar de lymfeknopen in de nek. In de gepresenteerde, prospectieve, fase III studie werden 596 patiënten met een gelateraliseerd, stadium T1 of T2 plaveiselcelcarcinoom van de mondholte, gerandomiseerd tussen END op het moment van de primaire operatie en TND op het moment van het optreden van een recidief met betrokkenheid van de lymfeknopen in de nek. Het primaire eindpunt van de studie was de totale overleving (overall survival, OS) met ziektevrije overleving (disease free survival, DFS) als secundair eindpunt. Tijdens ASCO 2015 werden de resultaten gepresenteerd van een interimanalyse met data van de eerste 500 patiënten uit deze studie.

De studiepopulatie omvatte 427 patiënten met een tongtumor, 68 gevallen met een tumor van het wangslijmvlies en 5 patiënten met kanker van de mondbodem. In totaal hadden 221 patiënten een T1 tumor en 279 werden geclassificeerd als T2. Na een mediane opvolging van 39 maanden stelde men bij 146 gevallen een recidief vast in de TND arm, tegenover 81 maal bij patiënten die behandeld werden met END. Verder bleek dat END geassocieerd was met een relatieve reductie in het risico van overlijden van 37%. Dit vertaalde zich in een absolute toename van 12,5% in de driejarige OS (80% met END vs. 67.5% met TND; HR[95%CI]: 0,63[0,44-0,89]; p = 0,01). Daarnaast was het risico op een recidief of overlijden significant geringer met END dan met TND. Zo stelde men een absolute toename van 23,6% vast in DFS in het voordeel van END (69,5% vs. 45,9%, HR[95%CI]: 0,44[0,34-0,58], p< 0,001).

Het grootste nadeel van het verwijderen van de lymfeknopen in de nek is dat deze ingreep geassocieerd is met een verminderde schouderfunctie bij 5 tot 40% van de patiënten. Dit is een gevolg van het feit dat de zenuw die de grote spieren van de schouder aanstuurt dwars door het gebied van de chirurgische dissectie loopt.

Lange tijd waren er geen klinische richtlijnen rond de chirurgische aanpak van lymfeknopen in de nek bij vroegstadium orale tumoren. Deze studie toont nu echter onomstotelijk aan dat ELN de standaardbehandeling moet zijn bij deze patiënten. Uit de data van deze studie blijkt namelijk dat voor iedere 8 patiënten die worden behandeld met ELN, één overlijden en twee gevallen van recidivering kunnen worden voorkomen.

Referentie

D’Cruz AK, Dandekar M, Vaish R, et al. Elective versus therapeutic neck dissection in the clinically node negative early oral cancer: A randomised controlled trial (RCT). Presented at ASCO 2015; abstract LBA3.

Spreker Anil K. D’Cruz

 Dcruz

Anil K. D’Cruz, MD, PhD
Oncological surgeon, Tata Memorial Centre in Mumbai, India


Zie: Keyslides

Back to Top