preheader NTVO

header website

Het bestralen van lymfeknopen in de borststreek zorgt voor een betere overleving bij patiënten met borstkanker in een vroeg stadium

De bestraling van lymfeknopen achter het borstbeen en boven het sleutelbeen bij patiënten met borstkanker in een vroeg stadium resulteert in een langere overleving. Opmerkelijk hierbij is dat dit overlevingsvoordeel optreedt zonder dat er sprake is van een toename in de ernst of incidentie van neveneffecten. Deze resultaten onderschrijven de hypothese dat het voordeel van radiotherapie bij dergelijke patiënten niet enkel en alleen het resultaat is van het bestralen van de borst, maar dat ook de behandeling van de tumorale cellen in de lokale lymfeknopen van belang is.

Lymfatische drainage van borstkanker zorgt ervoor dat de kanker zich kan verspreiden over het lichaam. De meest bekende vorm van lymfatische drainage gebeurt via de axillaire lymfeknopen en wordt over het algemeen behandeld met een dissectie van de axillaire lymfeknoop en/of lokale radiotherapie. Een tweede weg van lymfatische drainage gaat echter via lymfeknopen gelokaliseerd achter het borstbeen (internal mammary lymph nodes; IM) of net boven het sleutelbeen (mediale supraclaviculaire lymfeknopen; MS). Tot op heden bestond er onduidelijkheid over het klinische effect van het bestralen van deze lymfeknopen en was er weinig bekend over de bijwerkingen van een dergelijke behandeling. IM-MS lymfeknopen worden momenteel dan ook bijna niet bestraald.

In de gepresenteerde studie werden 4.004 borstkankerpatiënten met betrokkenheid van de axillaire lymfeknopen en/of mediaal gelokaliseerde primaire tumoren gerandomiseerd tussen IM-MS radiotherapie of niet. Het primaire eindpunt van de studie betrof totale overleving (‘overall survival’; OS), terwijl secundaire objectieven onder meer ziektevrije overleving (DFS), metastase vrije overleving (MFS) en doodsoorzaak omvatten.

Na een mediane opvolging van 10,9 jaar toonden onderzoekers aan dat patiënten in de IM-MS groep een significant betere OS hadden dan patiënten die geen bestraling van deze lymfeknopen kregen (10-jarige OS 82,3% versus 80,7%; HR[95%BI]: 0,87[0,76-0,99]; p=0,0496). Dit voordeel met IM-MS radiotherapie was bovendien onafhankelijk van het aantal betrokken lymfeknopen. Tijdens deze periode overleden 382 patiënten in de IM-MS arm in vergelijking met 429 in de arm zonder IM-MS bestraling. Daarnaast waren ook de DFS (toename van 69,1% naar 72,1%, p=0,044) en de MFS (toename van 75% naar 78%, p=0,02) significant hoger met IM-MS bestraling. Opmerkelijk hierbij is dat men tot op heden geen ernstige complicaties geassocieerd met deze behandeling, observeerde.

Een mogelijke verklaring voor dit effect is dat IM-MS bestraling microscopische tumorale ophopingen in de bewuste lymfeknopen vernietigen en zo de ontwikkeling van metastases in de kiem smoort.

Referentie:

P. Poortmans, H. Struikmans, C. Kirkove, et al.Irradiation of the internal mammary and medial supraclavicular lymph nodes in stage I to III breast cancer: 10 years results of the EORTC Radiation Oncology and Breast Cancer Groups phase III trial 22922/10925. Presented at the 2013 European Cancer Congress. Abstract #BA2.

Spreker Philip Poortmans

 poortmans

Philip Poortmans, MD, PhD
Radiation Oncologist, Dr. Bernard Verbeeten Instituut, Department of Radiation Oncology, Tilburg


Zie: Keyslide

Back to Top