preheader NTVO

Banner website

Cabozantinib vertraagt ziekteprogessie in vergelijking met sunitinib bij patiënten met gemetastaseerd niercelcarcinoom met een slechte prognose

De resultaten van een multicenter fase II-studie lieten een langere progressievrije overleving (‘progression-free survival’, PFS) zien met cabozantinib dan met sunitinib als eerstelijnsbehandeling bij patiënten met gemetastaseerd niercelcarcinoom (RCC). In deze studie, waarin voornamelijk patiënten met een slechte prognose werden geïncludeerd, verminderde cabozantinib als eerstelijnsbehandeling het risico op progressie of overlijden met 31% ten opzichte van sunitinib. Het bijwerkingenprofiel van beide middelen was vergelijkbaar. Deze resultaten dienen gevalideerd te worden in een fase III-studie, maar de vraag dringt zich op of cabozantinib de standaard eerstelijnsbehandeling moet worden voor deze patiënten.

Zowel cabozantinib als sunitinib is een tyrosinekinaseremmer gericht op de vasculaire endotheliale groeifactorreceptoren (VEGFR). In tegenstelling tot sunitinib remt cabozantinib ook de werking van MET en AXL, twee eiwitten waarvan eerder is aangetoond dat ze geassocieerd zijn met tumorprogressie en de ontwikkeling van resistentie voor VEGFR-remmers zoals sunitinib.

De CABOSUN-studie is een multicenter fase II-studie waarin 157 patiënten met onbehandelde RCC met een ‘intermediate’ of slechte prognose, volgens de criteria van het internationale gemetastaseerd-RCC-databankconsortium (IMDC), zijn geïncludeerd. De deelnemers werden gerandomiseerd tussen oraal cabozantinib (60 mg eenmaal daags) of sunitinib (50 mg eenmaal daags, gedurende 4 weken, gevolgd door 2 weken niet). Het primaire eindpunt van de studie was de PFS zoals vastgesteld door de onderzoeker. Responspercentage (‘objective response rate’, ORR), totale overleving (‘overall survival’, OS) en tolerabiliteit waren de belangrijkste secundaire eindpunten.

Eenentachtig procent van de patiënten die deelnamen aan de studie, had een ‘intermediate’ IMDC-risicoscore. Dertien procent had een ECOG-performancescore van 2 en bij 36% werden botmetastasen gevonden. Dit onderschrijft de sombere prognose van de patiënten die in de studie waren geïncludeerd. Na een mediane follow-up van 20,8 maanden waren 13 (16,5%) patiënten in de cabozantinib-arm nog onder behandeling versus 2 (2,6%) patiënten in de sunitinib-arm. De PFS bij de patiënten die met cabozantinib werden behandeld, bedroeg 8,2 maanden. Dit was significant langer dan de PFS van 5,6 maanden met sunitinib (HR[95%-BI]: 0,69[0,48-0,99]; p=0,012). De ORR was eveneens significant hoger in de cabozantinib-arm dan in de sunitinib-arm (46% versus 18%). De OS bedroeg 30,3 maanden met cabozantinib in vergelijking met 21,8 maanden met sunitinib (HR[95%-BI]: 0,80[0,50-1,26]). Als het gaat om de veiligheid, werd in beide studiearmen een vergelijkbare hoeveelheid bijwerkingen gezien. Bijwerkingen van graad 3 of hoger traden op bij 65% in de cabozantinib-arm en bij 68% in de sunitinib-arm. Bij 58% van de patiënten met cabozantinib was het noodzakelijk de dosering te verlagen. Met sunitinib gold dit voor 49%. Het percentage patiënten dat de behandeling staakte was met 20% en 21% voor respectievelijk cabozantinib en sunitinib vergelijkbaar. De meest voorkomende bijwerkingen in beide studiearmen waren diarree, vermoeidheid, hypertensie, palmaire plantaire erythrodysesthesie en hematologische bijwerkingen. Dit sluit aan bij het klassieke bijwerkingenprofiel dat in andere studies met VEGFR-remmers is gezien.

In deze studie, waarin patiënten met gemetastaseerd RCC zijn geïncludeerd, is aangetoond dat cabozantinib ziekteprogressie vertraagt in vergelijking met sunitinib. Momenteel is cabozantinib goedgekeurd als tweede of latere behandellijn, nadat patiënten progressie vertonen bij behandeling met een VEGFR-remmer. Deze studie werpt echter de vraag op of cabozantinib de standaard eerstelijnsbehandeling moet worden. Om deze vraag te beantwoorden, dienen we de uitkomsten van lopende fase III-studies met sunitinib als controle-arm af te wachten.

Referentie

Choueiri T, Halabi S, Sanford B, et al. CABOzantinib versus SUNitinib (CABOSUN) as initial targeted therapy for patients with metastatic renal cell carcinoma (mRCC) of poor and intermediate risk groups: Results from ALLIANCE A031203 trial. ESMO 2016, Abstract LBA30_PR.

Spreker Toni Choueiri

 Choueiri

Toni Choueiri, MD, PhD
Lank Center for genitourinary oncology, Dana-Farber cancer institute, Boston, VS


Zie: Keyslides

Back to Top