preheader NTVO

header website

Onderhoudsbehandeling met lage dosis chemotherapie verlengt de overleving bij kinderen met hoogrisico rhabdomyosarcoom

De resultaten van een fase III-studie, gepresenteerd tijdens de plenaire sessies van ASCO 2018, toonden aan dat het toevoegen van een onderhoudsbehandeling met metronomische chemotherapie na standaardchemotherapie de overleving verbetert bij patiënten met een hoogrisico, niet-gemetastaseerd rhabdomyosarcoom (RMS). Het toevoegen van lage dosis onderhoudschemotherapie gedurende 6 maanden na de initiële behandeling leidde tot een significante verlenging van de 5-jaarsoverleving van 73,7% naar 86,5% (HR [95%BI] 0,52 [0,32-0,86]; p=0,0111). Een tumorrecidief na 5 jaar is zeer zeldzaam bij patiënten met RMS, wat betekent dat met deze onderhoudsbehandeling bijna 9 op de 10 patiënten kunnen genezen.

RMS vindt zijn origine in het spierweefsel en kan voorkomen in elk lichaamsdeel. Het vaakst wordt RMS aangetroffen in het hoofd, de nek, het bekken of de buik. RMS is zeldzaam en vormt ongeveer 4% van alle kankers op de kinderleeftijd. De prognose van kinderen met RMS is over het algemeen goed te noemen; 70-80% geneest met de huidige behandelstrategie, die bestaat uit hoge dosis chemotherapie, radiotherapie en chirurgie. Kinderen met metastasen ten tijde van de diagnose of met een recidief na initiële behandeling hebben echter nog maar 20-30% kans op genezing.

De hier gepresenteerde studie evalueerde of het toevoegen van onderhouds- metronomische chemotherapie na standaardchemotherapie de overleving verlengt van patiënten met niet-gemetastaseerd RMS, gedefinieerd als hoogrisico volgens de ‘European paediatric Soft tissue sarcoma Study Group’ (EpSSG)-criteria. In totaal werden 670 patiënten in de leeftijd tussen 6 maanden en 21 jaar geïncludeerd. Inclusiecriteria omvatten een N0 alveolair RMS of niet-compleet gereseceerd (Groep II of III) embryonaal RMS afkomstig van een ongunstige primaire site en/of N1 in complete remissie na standaardtherapie.

Deze standaardbehandeling bestond uit 9 cycli ifosfamide, vincristine en actinomycine D met of zonder doxorubicine, chirurgie en/of radiotherapie. Patiënten in de studie werden gerandomiseerd tussen stoppen met de behandeling of onderhouds-chemotherapie (6 cycli van 28 dagen met intraveneus vinorelbine 25 mg/m2 op dag 1, 8 en 15 van elke cyclus, en continu oraal cyclofosfamide 25 mg/m2/dag). Zesenzeventig procent van de patiënten in de studie had een embryonaal RMS en 33% had een alveolair RMS. Een vijfde van de patiënten was ouder dan 10 jaar, 86% was geclassificeerd met een IRS Groep III-tumor en 16% had een N1-tumor. De meest voorkomende primaire tumorsite was parameningeaal (32%).

Vijf jaar na diagnose bedroeg de ziektevrije overleving (‘disease-free survival’, DFS, gedefinieerd als 5 jaar zonder tumorrecidief of overlijden door elke oorzaak) 69,8% in de standaardbehandelingsgroep vergeleken met 77,6% in de onderhoudsbehandelingsgroep (HR [95%-BI] 0,68 [0,45-1,02], p=0,0613). De 5-jaarsoverleving was in de onderhoudstherapiegroep significant langer dan in de groep die de standaardbehandeling kreeg: 86,5% versus 73,7%. Dit vertaalt zich in een reductie van 48% van het risico op overlijden voor patiënten die onderhouds-chemotherapie kregen (HR [95%-BI] 0,52 [0,32-0,86], p=0,0111).

De meest voorkomende bijwerking in de onderhoudstherapiegroep was een laag aantal bloedcellen, meest mild van aard. Hooggradige febriele neutropenie (graad 3/4) kwam voor bij 25% van de patiënten. Infecties kwamen minder vaak voor in de groep die onderhoudsbehandeling kreeg ten opzichte van de standaardbehandelingsgroep (29,4% versus 56,4%). Neurologische bijwerkingen verdwenen vanzelf nadat de behandeling stopte (graad 4-neurotoxiciteit werd gerapporteerd bij 1,1% van de patiënten). Zoals met elke vorm van chemotherapie is langetermijntoxiciteit ook hier mogelijk, wat de reden is dat alle patiënten nog steeds worden gevolgd.

Samenvattend kan worden gesteld dat onderhouds-chemotherapie een nieuwe, goed getolereerde en effectieve strategie is voor patiënten met een hoogrisico rhabdomyosarcoom. Als zodanig bevestigt deze studie de nieuwe standaardbehandeling voor deze patiënten.

 

Referentie

Bisogno G, De Salvo GL, Bergeron C, et al. Maintenance low-dose chemotherapy in patients with high-risk (HR) rhabdomyosarcoma (RMS): A report from the European Paediatric Soft Tissue Sarcoma Study Group (EpSSG). Gepresenteerd tijdens ASCO 2018; Abstract LBA2.

Spreker Gianni Bisogno

 Bisogno

Gianni Bisogno, MD, PhD, University Hospital of Padua, Padua, Italië


Zie: Keyslides

Back to Top