preheader NTVO

Monotherapie met atezolizumab verbetert algehele overleving bij patiënten met gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom en hoge PD-L1-expressie

In de IMvigor130-studie werd de therapeutische waarde van het anti-PD-L1-antilichaam atezolizumab met of zonder chemotherapie onderzocht bij patiënten met gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom. Uit een tussentijdse analyse was naar voren gekomen dat monotherapie met atezolizumab de algehele overleving verbetert bij patiënten met een hoge PD-L1-expressie in tumor-infiltrerende immuuncellen die niet in aanmerking kwam voor behandeling met cisplatine, maar deze bevinding was niet statistisch significant. Tijdens het ASCO GU Cancers Symposium 2023 werden de resultaten van de definitieve analyse van gepresenteerd.

De IMvigor130-studie liet zien dat toevoeging van atezolizumab aan platinum/gemcitabine (plt/gem) als eerstelijnsbehandeling van patiënten met een lokaal gevorderd of gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom de progressievrije overleving (‘progression-free survival’, PFS) verbetert ten opzichte van placebo + plt/gem. In een tussentijdse analyse werd een niet-significante verbeterde algehele overleving (‘overall survival’, OS) aangetoond bij toevoeging van atezolizumab. In een verkennende analyse werd een verbetering van de OS gezien bij toevoeging van atezolizumab aan cisplatine versus carboplatine. Dit was onafhankelijk van de PD-L1-status. Ook leek het erop dat monotherapie met atezolizumab leidt tot een betere OS dan placebo + plt/gem bij patiënten met een PD-L1-expressie ≥5% in tumor-infiltrerende immuuncellen, waaronder patiënten die niet in aanmerking kwamen voor behandeling met cisplatine.

Methode

Deelnemers werden 1:1:1 gerandomiseerd tussen atezolizumab + plt/gem (studiearm A; n=451), monotherapie met atezolizumab (studiearm B; n=360) of placebo + plt/gem (studiearm C; n=400 als vergeleken met studiearm A en n=359 als vergeleken met studiearm B). In groep A en C kregen patiënten cisplatine of carboplatine toegediend naar keuze van de onderzoeker. De primaire uitkomstmaten waren PFS en OS (studiearm A vs. C en studiearm B vs. C). Daarnaast werden het veiligheidsprofiel, het objectief responspercentage (‘objective response rate’, ORR), de responsduur (‘duration of response’, DOR), het percentage ziektecontrole (‘disease control rate’, DCR), de complete respons, de partiële respons (PR) en verkennende OS-data gerapporteerd.

Resultaten

In de ‘intention-to-treat’ (ITT)-populatie bleek 49 maanden na de randomisatie van de laatste patiënt geen statistisch significant OS-voordeel (cisplatine-subgroep: HR [95%-BI]: 0,76 [0,57-1,01], patiënten met hoge PD-L1-expressie die niet in aanmerking kwamen voor cisplatine: HR [95%-BI]: 0,56 [0,34-0,91]). De 24-maandse OS-percentages in de ITT-populatie waren respectievelijk 34% en 32% in studiearm B en C. Het ORR was 25% in studiearm B vergeleken met 44% in studiearm C, terwijl de mediane DOR respectievelijk 29,6 en 8,1 maanden was. Onder patiënten met een PD-L1-expressie ≥5% in tumor-infiltrerende immuuncellen die niet in aanmerking kwamen voor cisplatine was het ORR 40% in studiearm B versus 33% in studiearm C. De mediane DOR kon niet worden geëvalueerd in studiearm B en was 6,2 maanden in studiearm C. De DCR in de ITT-populatie was 65% in studiearm A vergeleken met 60% in studiearm C. Bij 81% van de beoordeelde patiënten in studiearm A, 16% in studiearm B en 80% in studiearm C vonden behandelingsgerelateerde bijwerkingen van graad 3 of 4 plaats. Behandelingsgerelateerde bijwerkingen van graad 5 vonden plaats bij 2% van de patiënten in studiearm A, 1% in studiearm B en 1% in studiearm C. Graad 3/4-bijwerkingen van bijzonder belang werden geobserveerd bij respectievelijk 9%, 10% en 4% van de patiënten in studiearm A, B en C.

Conclusie

Uit de definitieve analyse van de IMvigor130-studie blijkt dat behandeling met atezolizumab + plt/gem ten opzichte van placebo + plt/gem niet leidt tot een statistisch significant OS-voordeel bij patiënten met een gemetastaseerd urotheelcelcarcinoom. Patiënten die cisplatine in plaats van carboplatine toegediend kregen, vertoonden een betere OS. Dit is consistent met bevindingen uit een eerdere verkennende analyse. Ook de definitieve analyse van de OS-data uit studiearm B en C was consistent met eerdere bevindingen: monotherapie met atezolizumab is voordelig ten opzichte van chemotherapie bij de eerstelijnsbehandeling van patiënten met een urotheelcelcarcinoom en een PD-L1-expressie ≥5% in tumor-infiltrerende immuuncellen die niet in aanmerking komen voor behandeling met cisplatine. Naar aanleiding van deze analyses zijn geen nieuwe veiligheidssignalen naar voren gekomen.

Referenties

Galsky MD, et al. Atezolizumab (atezo) + platinum/gemcitabine (plt/gem) vs placebo + plt/gem for first-line (1L) treatment (tx) of locally advanced or metastatic urothelial carcinoma (mUC): final OS from the randomized phase 3 IMvigor130 study. Gepresenteerd tijdens ASCO GU 2023; abstract LBA 440.
Bamias A, et al. Final overall survival (OS) analysis of atezolizumab (atezo) monotherapy vs chemotherapy (chemo) in untreated locally advanced or metastatic urothelial carcinoma (mUC) from the phase 3 IMvigor130 study. Gepresenteerd tijdens ASCO GU 2023; abstract LBA 441.

Spreker Enrique Grande

Enrique Grande

Enrique Grande, MD, Icahn School of Medicine at Mount Sinai/Tisch Cancer Institute, New York, Verenigde Staten


Zie: Keyslides

Back to Top